Wat veroorzaakt overgangsklachten?
De overgang, ook wel bekend als de menopauze, is een natuurlijk proces dat vrouwen in hun leven doormaken. Tijdens de overgang vinden er hormonale veranderingen plaats, zoals een afname van oestrogeen, wat leidt tot diverse overgangsklachten. Veel voorkomende symptomen zijn opvliegers, slaapproblemen en vermoeidheid, maar de klachten kunnen per vrouw verschillen. Het is belangrijk om de oorzaken en symptomen van overgangsklachten te herkennen, zodat je beter kunt omgaan met deze fase in je leven.
Typische overgangsklachten zijn de klachten die direct in verband staan met hormonale schommelingen en veranderingen tijdens de menopauze.
Deze typische overgangsklachten zijn vaak het gevolg van hormonale veranderingen en kunnen worden verlicht met de juiste behandelingen.
Niet-typische overgangsklachten zijn minder algemeen en kunnen door andere factoren worden beïnvloed, maar komen ook voor bij vrouwen in de overgang.
Het is belangrijk om te weten dat niet-typische overgangsklachten, zoals gewrichtspijn of vermoeidheid, ook onderdeel kunnen zijn van de overgang en goed te behandelen zijn.
Vrouwen die geen pil gebruiken, zullen de eerste overgangsverschijnselen zeer zeker herkennen. De menstruatie begint te veranderen, blijft eerst langer uit en wordt vervolgens onregelmatiger. Sommige vrouwen hebben ook al vrij snel last van opvliegers. Soms wordt een bloedonderzoek gedaan om vast te stellen of een vrouw in de overgang is. Dit geeft echter in de meeste gevallen geen uitsluitsel. Lees hier meer over bloedonderzoek en diagnose. De huisarts zal dit onderzoek alleen uitvoeren als daar een duidelijk aanleiding toe is (bijvoorbeeld bij vrouwen die extreem jong klachten hebben). Wanneer men voor het eerst medicatie gebruikt, is bloedonderzoek wel nodig om te controleren of de oestrogeenspiegel goed is ingesteld.
Wie de pil slikt, merkt weinig van de overgang tijdens de drie slikweken. De hormonen doen je lichaam geloven’ dat je nog in de vruchtbare levensfase zit. Dat is anders tijdens de pilvrije week. Dan ben je vrij van die hormonen en geeft jouw lichaam vanzelf aan hoe het ervoor staat. Wie in de overgang komt, kan tijdens die week, de pilvrije week, de bekende overgangsverschijnselen krijgen, zoals bijvoorbeeld opvliegers of transpireren. Leg dit altijd voor aan de huisarts. Blijk je inderdaad in de overgang te zitten, dan heeft het niet veel zin de pil heel lang door te slikken. De pil is tenslotte niet geschikt om overgangsverschijnselen te behandelen. Je kunt daar dan beter mee stoppen of eventueel voor hormoonsuppletie kiezen.
Er is zeker een lijn te trekken met de overgang van je moeder. Was zij laat, dan is de kans groot dat jij dat ook bent; dat is erfelijk bepaald. De klachten die kunnen ontstaan zijn daarentegen niet erfelijk bepaald. Dus als je moeder veel last had van opvliegers, wil dat niet zeggen dat jij die ook zal krijgen.
Ja. Door de afname van oestrogeen wordt er weinig of geen vaginaal slijm meer geproduceerd. Bovendien wordt de buitenste cellaag van de huid dunner. Ook dat maakt dat de huid droger kan aanvoelen. Hierdoor kan vrijen pijnlijk worden. Vaginale tabletten en crèmes verbeteren het slijmvlies van de vagina. Bovendien kunnen de hormonen in de crème een blaasontsteking tegengaan. De vagina bij vrouwen in de overgang is namelijk gevoeliger voor infecties en die kunnen makkelijker tot blaasontstekingen leiden.
Ongeveer de helft van alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar krijgt te maken met plasproblemen. Een van de meest voorkomende klachten is een branderig gevoel bij het plassen. Dit komt doordat de huid droger en de buitenste cellaag dunner worden onder invloed van de afname van oestrogeen. Een hormoonbehandeling met oestrogenen kan de klacht verhelpen. Een andere bekende klacht is een constant gevoel van aandrang, waardoor men wel 45 keer per dag naar de wc moet. Een overactieve blaas kan worden aangepakt bij de fysiotherapeut met oefentherapie (leren de bekkenbodemspieren beter aanspannen), met elektrostimulatie of met een combinatie van beide. Elektrotherapie werkt met elektrische prikkels via een vaginaal ingebrachte sonde. De prikkels geven seintjes naar de zenuwbanen die op hun beurt de overactieve blaas afremmen. Eén op de vier vrouwen heeft last van licht urineverlies wanneer ze moet lachen, iets optillen of moet hoesten. Dat komt door slapper wordende bekkenbodemspieren. Die verslapping is het gevolg van een of meerdere bevallingen, maar ook van een eventuele baarmoederoperatie of breuken van de rug, de heup of het bekken. Oefeningen kunnen helpen de spieren sterker te maken. Een fysiotherapeut kan leren hoe u de bekkenbodemspieren aanspant zo gauw u aandrang voelt. De spieren helpen mee om te voorkomen dat urine uit de blaas ontsnapt. Een andere oorzaak van urineverlies is een uitgerekte blaas. Een uitgerekte blaas is het gevolg van te vaak te laat gaan plassen. Hij loopt bij een plotselinge lichamelijk inspanning of bijvoorbeeld een niesbui gewoon over. Wat in ieder geval helpt is een goede lichaamshouding. Vrouwen met een niet goed getrainde blaas gaan eigenlijk weer te vaak naar de wc. De blaas wordt te vroeg geleegd en went zo steeds meer aan kleine beetjes. De blaasspier trekt steeds sneller samen en krijgt dus steeds vroeger het signaal dat u moet plassen. Dit laatste probleem is ook te verhelpen met oefeningen die zijn gericht op ander ‘plasgedrag’. Vrouwen die al wat langer in de overgang zijn, worden bevattelijker voor blaasontstekingen. Ook deze klacht kan soms met een hormoonbehandeling worden verholpen.
Door de veranderende hormoonhuishouding verdwijnt geleidelijk het zogenaamde collageen, dat meespeelt bij de elasticiteit van spieren en huid. De huid wordt dunner, de veerkracht neemt af. Ook het haar wordt slapper en dunner. Rimpels worden dieper. Spieren slinken en de botten worden kwetsbaarder doordat het kalkgehalte afneemt. Veroudering is overigens een natuurlijk proces en wordt niet alleen veroorzaakt door de overgang. Vrouwen zijn nu wel extra kwetsbaar en het is zinnig om je lichaam goed te onderhouden, met onder andere veel beweging en de juiste voeding.
De overgangsfase is een intensief lichamelijk proces, dat veel energie vraagt. Opvliegers, slecht slapen en concentratieverlies, maken dat je je niet top-fit kunt voelen. Bovendien zitten de meeste vrouwen nu in een woelige leeftijdsfase die niet direct met de overgang te maken heeft, maar wel degelijk zijn invloed heeft. De mogelijk aanwezige kinderen zijn in de pubertijd of gaan het huis uit. Ouders worden ouder en hebben soms extra zorg nodig. In enkele gevallen speelt er ook nog een echtscheiding. Het is erg zwaar als er sprake is van ‘gezinsproblematiek’, dit er ook nog bij te krijgen. Die lusteloosheid is dus zeer verklaarbaar. Het is goed te beseffen dat het tijdelijk is. Maar in sommige gevallen kan dat te lang duren. Schroom niet om hulp te zoeken.
Ja, dat is een feit. Oestrogenen bieden bescherming tegen risico’s op botontkalking en hart- en vaatziekten. Waarschijnlijk is de afname van dit hormoon tijdens de overgang de reden waarom vrouwen meer risico lopen op bijvoorbeeld een hartinfarct of een hersenbloeding. Ruim 40% van de vrouwen boven de 60 jaar sterft aan hart- en vaatziekten. Goede voeding, voldoende lichaamsbeweging, weinig stress, een goed gewicht en cholesterol beschermen tegen hart- en vaatziekten. Bij vrouwen die hormoontherapie gebruiken is de sterfte door hart- en vaatziekten lager dan bij degenen die de overgang zonder deze ondersteuning doorlopen. Gezond leven verbetert de bloeddruk, het cholesterol en de glucosespiegel. Laat jaarlijks je bloeddruk meten en cholesterol bepalen, ook al heb je geen klachten.
Veel vrouwen die in de overgang komen, geven aan dat ze minder zin hebben in vrijen. Daar is in ieder geval een lichamelijke reden voor te geven: de vagina wordt droger en daardoor kan vrijen pijn doen. Deze klacht is gelukkig goed te verhelpen met bijvoorbeeld een vaginale crème (zie vraag 4). Andere redenen zijn voornamelijk psychologisch. Sommige vrouwen hebben moeite met ‘het ouder worden’ en worstelen met hun lichamelijke aantrekkelijkheid. We zitten niet meer strak in ons vel en moeten leren leven met onvolkomenheden. Dat gebeurt niet van de ene op de andere dag. Het is een acceptatieproces waar we misschien wel hulp bij nodig hebben. In ieder geval helpt het om er eerst met je partner over te praten en eventueel te rade te gaan bij vrouwelijke leeftijdsgenoten. Een andere reden is moeheid en lusteloosheid (zie ook vraag 7). De overgang vergt letterlijk en figuurlijk veel energie. Het is goed om daar een nieuwe balans in te zoeken: beter te luisteren naar de signalen van je lichaam en op tijd een pas op de plaats te maken. Ook de beleving van het vrijen kan veranderen. Jongere vrouwen beleven vaak meer plezier aan lust, wat oudere vrouwen meer aan intimiteit. Wat je vroeger heel prettig en spannend vond, kan je nu misschien tegenstaan. Die verandering is heel normaal, maar het kan wel een probleem opleveren in de relatie met je partner. Zijn verwachtingspatroon blijft misschien hetzelfde en dan zal hij het niet direct begrijpen wanneer jij het liever anders wilt. Het is dus heel zinnig om hier samen over te praten. Het heeft zeker geen zin om maar gewoon (tegen je zin in) door te gaan en te doen alsof. Ook niet om het vrijen proberen te vermijden. Voor veel vrouwen geldt dat zij meer tijd nodig hebben om in de stemming te komen. Er is behoefte aan een langer voorspel. Het is fijn als je partner dat goed aanvoelt. Overigens, ook al wordt de vagina droger onder invloed van de hormonen, dat wil niet zeggen dat vochtig worden niet meer lukt. Bij een langer voorspel is dit wel degelijk mogelijk.
Na start van de hormoontherapie in vorm van pil, pleister, spray of gel merkt een vrouw al iets na een paar dagen, de meesten merken pas echt effect na 2-3 weken. Bij een lage dosis is het mogelijk de dosering na 3 weken op te hogen. Na 3 maanden merkt U hoe de veranderingen zullen zijn als bij langdurig gebruik. Voor spier- en gewrichtsklachten kunt U soms pas na 3 maanden wat verbetering bemerken.
Bij gebruik van hormoontherapie kan de eerste 3 tot 6 maanden na het starten onregelmatig bloedverlies optreden. Hiervoor hoeft U niet te bellen met de polikliniek gynaecologie. U mag aanzien of het bloedverlies spontaan minder wordt. U past uw medicijnen niet aan. Indien het bloedverlies te hevig blijft, zou U bij gebruik van Utrogestan kunnen proberen of het helpt om de medicatie vaginaal te gebruiken in plaats van te slikken. Indien het bloedverlies te hinderlijk is of als het na 6 maanden aanhoudt, moet U een afspraak maken met Uw behandelaar.
Veel vrouwen hebben bij de start van hormoontherapie last van gespannen en / of pijnlijke borsten of tepels. Soms kan het volume van de borsten ook (iets) toenemen. Dit is vaak voorbijgaand. Het advies is om vol te houden, na 3 weken treedt bijna altijd verbetering op en verdwijnen de klachten volledig.
Sommige vrouwen krijgen wat last van huiduitslag. Dit gebeurt echter maar weinig en is meestal voorbijgaand van aard.
Sommige vrouwen ervaren geringe gewichtstoename na start van hormoontherapie. Dit is echter ook vaak niet het geval. Gezonde leefstijl helpt om Uw veranderde stofwisseling rond de overgang weer in balans te krijgen. Ook hierbij geldt dat na 3 maanden er vaak een evenwicht ontstaat.
Hormoontherapie kan effectief zijn tegen spier- en gewrichtsklachten. Hiervoor moet U langer de medicatie gebruiken, pas na 3 maanden kunt U zeggen of de hormoontherapie verlichtend is. Het effect van hormoontherapie op spier- en gewrichtsklachten duurt langer dan het effect op opvliegers en nachtzweten. Tegen spier- en gewrichtsklachten kunt U nog extra magnesium citraat gebruiken, 1 x per dag 2 tabletten van 400 mg. Bijna alle bijwerkingen worden minder na 3 maanden gebruikt van hormoontherapie. Houdt dus vooral vol.
Oestrogenen kunnen gegeven worden als pil (Femoston, Estradiol, Zumenon, Progynova) of als pleister (Systen, estradiolpleister), gel (Oestrogel) of spray (Lenzetto). Alle vormen zijn veilig. Afhankelijk van uw voorkeur geeft de arts u de vorm die het beste bij u past. Als u iets meer risicofactoren heeft voor trombose, kiest de arts eerder voor oestrogeen toediening via de huid (pleister, gel of spray). De arts kijkt of er progesteron bij moet worden voorgeschreven.
Hormoonpleisters gebruikt U 2 x per week. Om de 3 a 4 dagen plakt U een nieuwe pleister. De pleister kunt U laten zitten bij douchen, sporten of zwemmen. Bij ophogen van de dosering dan wel bij het verlagen van de dosering handhaaft U de frequentie van plakken van 2 x per week. U kunt de pleisters halveren of U kunt een extra halve pleister bij de huidige dosering plakken. Bij start van therapie duurt het vaak 3 weken voordat U goed effect bemerkt. Indien ophogen of afbouwen met U is besproken, doe dit dan ook geleidelijk met enkele weken tussenpoos. Als U nog een baarmoeder heeft, zal de arts progesteron voorschrijven in de vorm Utrogestan tabletjes (dat is natuurlijk oftewel bio identiek progesteron), het Mirena spiraal, of het hormoon Duphaston (dit is ook zeer natuurlijk progesteron, ook wel dydrogesteron genoemd).
Deze verstuiver brengt U 1 x per dag aan op de binnenzijde van Uw onderarm. U begint vaak met 1 of 2 sprays als voorgeschreven door de arts. Indien U wilt ophogen of afbouwen, doe dit met een tussenpoos van 2 á 3 weken. Meerdere sprays dienen naast elkaar op de onderarm te worden aangebracht. Elke flacon bevat 56 sprays, waarvoor een aankruistabel op de verpakking staat om dit bij te houden. Voor gebruik moet U 2 x op de verstuiver drukken waarna deze kant en klaar is voor gebruik. Maximaal kunt U 3 sprays per dag gebruiken. Indien U nog een baarmoeder heeft, zal de arts U progesteron voorschrijven in de vorm van Utrogestan (bio identiek progesteron), een Mirena spiraal of progesteron (Duphaston, ook wel dydrogesteron genoemd).
Deze Oestrogeengel brengt U 1 x daags aan op de blote huid. U begint met 1 pompje, zonodig kan na 3 weken 1 x per dag 2 pompjes worden uitgesmeerd op de blote huid (binnenzijde onderarmen of binnenzijde bovenbenen). Indien U nog een baarmoeder heeft zal de arts progesteron voorschijven. Dit door bio identiek progesteron (Utrogestan), het Mirena spiraal of tabletten natuurlijk progesteron (dydrogesteron of Duphaston genoemd). LET OP- in de bijsluiter staat dat je de gel soms moet onderbreken- DIT IS NIET NODIG (fabrikant is bezig dit te veranderen).
De progesteron toediening wordt door Uw arts uitgelegd. Als U nog korter dan een half jaar geleden uw laatste menstruatie heeft gehad, zal de arts U adviseren om de Utrogestan of Duphaston gebruiken gedurende minimaal 12 dagen per maand, 1 x per dag 2 tabletten (a 100 mg) Utrogestan of 1x 1 tab (a 10 mg) Duphaston voor het slapen gaan. Deze medicatie kan op de 12e tot 14e dag na Uw menstruatie worden gestart. Na beëindigen van de 12 dagen progesteron zal meestal een bloeding als menstruatie volgen. U gebruikt de dosering oestrogeen continu, dwz dagelijks. De eerste 3-4 maanden is her mogelijk dat u onregelmatig bloedverlies heeft. Bij aanhoudend onregelmatig bleodverlies moet u contact opnemen met uw arts. Indien U al een half jaar of langer geen menstruatie meer heeft gehad, zal de arts voorstellen om progesteron continu te gebruiken. Dan gebruikt U dagelijks 1 tablet Utrogestan (bio identiek progesteron) of Duphaston (dydrogesteron). Bij het Mirena spiraal hoeft U geen extra tabletten in te nemen, gezien dit lokaal progesteron aan de baarmoeder afgeeft (voldoende voor 3-5 jaar; als anticonceptie voldoende voor 8 jr).
Dit is hormoontherapie waarbij elke tablet oestrogeen en/of progesteron bevat. Femoston 0,5/2,5 mg en Femoston 1/5 wordt voorgeschreven als U geen menstruatie meer heeft. In principe krijgt u hierop geen bloedingen (muv mogelijk wel in de 1e 3 maanden na start). U neemt van deze medicatie elke dag 1 tablet. Bij Femoston 0,5/2,5 mg kunt U bij onvoldoende verbetering van overgangsklachten na 3 weken 1 x daags 2 tabletten gebruiken. De Femoston 1/10 of 2/10 wordt gegeven aan vrouwen die nog menstrueren of aan vrouwen waarbij de laatste menstruatie nog korter dan 6 maanden geleden is geweest. Let op dat U begint op de verpakking waar een 1 bij staat. De helft van de strip bevat tabletten met alleen oestrogeen, de 2de helft van de strip bevat tabletten met oestrogeen en progesteron. Bij deze medicatie zal er maandelijks een bloeding optreden. In het begin kan het bloedverlies nog onregelmatig zijn (de eerste 3 maanden). U gebruikt deze medicatie continu, dwz zonder stopweek. Het kan zijn dat de bloedingen na een aantal maanden steeds minder worden. Soms blijven deze zelfs weg. Geef dit dan aan bij de controle met Uw arts, mogelijk kan medicatie dan veranderd worden.
De eerste maanden kunnen vrouwen wat gespannen borsten hebben, een wat opgeblazen gevoel ervaren, soms beperkt in gewicht toenemen. Dit stabiliseert na verloop van tijd. Ook hoofdpijn kan voorkomen, dit verdwijnt meestal net als het gevoel van gespannen borsten binnen enkele weken/ maanden. Indien patiënten gewend zijn aan de medicatie, hebben ze vaak veel baat.
Deze hormoonpil bevat bio identieke hormonen. Dwz dat het een pil is met lichaams identieke hormonen (estradiol en progesteron) (HST). Het is bedoeld als behandeling voor overgangsklachten voor symptomen van oestrogeendeficiëntie bij postmenopauzale vrouwen met een intacte baarmoeder die ten minste 12 maanden geen bloeding meer hebben gehad sinds de laatste menstruatie. Het is een capsule die estradiol en progesteron combineert. Dosering 1x per dag 1 capsule met wat water innemen.
Hormoontherapie wordt vaak in verband gebracht met angst voor een verhoogd risico op borstkanker. De nuance: - De eerste 5 jaar vanaf de leeftijd 51 waarin U normaal in de overgang kan raken, geldt er geen verhoogd risico op borstkanker. - Gebruik van hormoontherapie in de vorm van oestrogeen al dan niet in combinatie met progesteron, verlaagt het risico op hart- en vaatziekten. Langdurig gebruik zorgt ervoor dat U gemiddeld 2 tot 3 jaar langer leeft door afname van hart- en vaatziekten alsook van andere ziekten. - Het risico op hart- en vaatziekten is voor vrouwen 9 x zo hoog dan het risico op borstkanker. Hart- en vaatziekten komen vaak pas aan het licht op oudere leeftijd. Vrouwen ervaren veel meer ziekte en sterven veel vaker aan hart- en vaatziekten dan aan borstkanker. - Vrouwen met borstkanker die ook hormoontherapie hebben gebruikt, hebben een even goede overleving in vergelijking met vrouwen zonder borstkanker die geen hormoontherapie hebben geslikt door goede behandelingsmogelijkheden. - Roken, het eten van rood vlees, overgewicht, nooit zwanger geweest zijn alsook nooit borstvoeding hebben gegeven zijn risicofactoren die een veel groter risico veroorzaken op borstkanker dan het gebruiken van hormoontherapie bij overgangsklachten. - Als Uw baarmoeder al verwijderd is en U alleen oestrogenen gebruikt tegen overgangsklachten, is het risico op borstkanker zelfs bijna verwaarloosbaar. Kort samengevat geeft hormoontherapie de eerste 5 jaar geen verhoogd risico op borstkanker en biedt veel voordelen met preventie op hart- en vaatziekten en osteoporose (botontkalking) naast de goede effecten op kwaliteit van leven.